Repertoire en componisten

Het Amsterdams Kamerkoor specialiseert zich in de oude muziek uit de vijftiende tot en met de zeventiende eeuw, missen, motetten, maar soms ook expressieve wereldlijke liedjes.

Het koor zingt à capella zoals gebruikelijk was tijdens de renaissance.    Regelmatig wordt tijdens de uitvoering van een speciaal stuk, een mis of motet, met een instrumentalist samengewerkt.

Hieronder een aantal componisten waar het Amsterdams Kamerkoor werk van zingt of gezongen heeft.

Klik op de betreffende naam voor de link naar Wikipedia.

Johannes Ockeghem (ca. 1410 – 1497)Johannes_Ockeghem

 Johannes Ockeghem wordt ook wel de “vader van het moderne contrapunt” genoemd.

Josquin des Prez (1450/1455 – 1521)

DESPREZ

Over het leven van Josquin des Prez, lievelingscomponist bij uitstek van het AKK is weinig terug te vinden in de overlevering. Zijn talrijke werken daarentegen spreken boekdelen: missen, motetten en madrigalen, het resultaat van vijftig productieve jaren. Zijn werk vormde een overgang tussen middeleeuwse en modernere klanken, met name op het gebied van contrapunt en polyfonie. Hij werd als de grootste componist van zijn tijd beschouwd. Zijn beroemde lied “Mille regretz” – dat veel andere componisten heeft geïnspireerd – was naar verluidt het lievelingsnummer van Keizer Karel V. Dat de boekdrukkunst tijdens zijn leven in opkomst was (en des Prez de favoriet van de drukkers) heeft de verspreiding van zijn werk vermoedelijk veel goeds gebracht.

Zijn naar alle waarschijnlijkheid laatste werk, het zevenstemmige Pater Noster, werd in 2014 door het AKK uitgevoerd tijdens de concerten gewijd aan Suster Bertken.

Jacob Obrecht (1457 of 1458 – 1505)

obrecht

In het dagelijks leven stond de vlaamse componist Jacob Obrecht bekend om zijn slordigheid, echter zijn muzikale composities, vaak kerkelijke missen en motetten, brachten hem reeds op jonge leeftijd roem en faam. Zijn invloeden golden vernieuwende klanken rondom de cantus firmustechniek. Tijdens zijn leven reeds geplaagd door ziekten bezweek hij in Italië aan de pest toen hij juist tot opvolger van Josquin des Prez als kapelmeester van Ferrara was gekozen.

Cypriano de Rore (1515 of 1516 – 1565)

Cypriano_ovaal

Hoewel hij zijn muzikale inspiratie grotendeels ontleende aan missen van Josquin des Prez, wiens invloed in zijn werken duidelijk hoorbaar is, vergaarde Cypriano de Rore tijdens zijn leven het grootste deel van zijn roem door zijn madrigalen waarvan er ruim honderd met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven.  In 2015 ondernam het Amsterdams Kamerkoor een (werk)bezoek aan de geboorteplaats van deze van oorsprong vlaamse componist, Ronse, waar ter gelegenheid van zijn 500e geboortejaar een festival aan hem werd gewijd.

Jan Pieterszoon Sweelinck  (1562 – 1621)

Sweelink_Kupferstich

De Nederlandse kleinzoon van gevallen priester Swibbert van Keyserswerth (die een onwettig gezin stichtte met uiteindelijk zeven kinderen) had wel het voordeel dat zowel grootvader als vader vóór hem beroemde organisten waren. Jan Pieterszoon Sweelinck gebruikte echter de minder bezoedelde naam van zijn moeder, dochter van de Deventer stadschirurgijn om zich van deze blaam te distantiëren. Zijn pedagogische kwaliteiten waren wijd en zijd beroemd. Ook om zijn werk als componist, organist én orgelbouwer werd hij tijdens zijn leven de hemel in geprezen, waar hij ongetwijfeld, na een kortstondig ziekbed, in 1621 met open armen is ontvangen.

Carlo Gesualdo (1561 – 1613)
gesualdo

In 2007 bracht het AKK de Responsoriën (geestelijk) en madrigalen (wereldlijk) van de hand van Gesualdo, die in het jaar 1611 voor het eerst verschenen.

De Responsoriën vormen een zesstemmige invulling van de complexe eredienst van Tenebrae tijdens de Heilige Week voor Pasen. Aan het begin van de dienst is de kerk verlicht met kaarsen, maar die worden een voor een gedoofd. Vandaar de naam Tenebrae (duisternis). Het is veelbetekenend dat Gesualdo uitgerekend de meest dramatische eredienst uit het hele kerkelijke jaar uitkoos, een dienst die gaat over verraad en dood.

Gesualdo’s madrigalen worden gekenmerkt door ontwrichtende en rusteloze stemmingswisselingen. Harmonisch complexe passages wisselen af met momenten van eenvoud, complex contrapunt wisselt af met rustgevende harmonie. Dat alles staat in direct verband met de teksten die steeds schommelen tussen leven en dood, tussen liefdesgeluk en liefdesverdriet.

De naam Gesualdo is niet alleen verbonden met zijn werk als componist maar ook met de misdaad die hij op 16 oktober 1590 heeft begaan. Hij vermoordde zijn vrouw Maria d’Avalos en haar geliefde Fabrizio Carafa. Aangezien het een edelman niet past zijn handen vuil te maken liet Gesualdo, prins van Venosa, zich bijstaan door enkele bedienden. Ze drongen de slaapkamer van Maria Gesualdo d’Avalos binnen, betrapten haar en haar minnaar in flagrante delicto di fragrante peccato, en losten enkele schoten. De prins maakte het karwei af door de buik van zijn echtgenote te bewerken met 53 messteken. Gesualdo werd niet vervolgd omdat het om eerwraak ging, maar hij werd wel de rest van zijn leven geplaagd door schuldgevoel en volgens de overlevering liet hij zich dagelijks door een dienaar geselen. In zijn tweede huwelijk met Eleonora d’Este is de kasteelheer er niet gelukkiger op geworden. Zijn zoontje uit het tweede huwelijk stierf. De enig overgebleven zoon uit zijn eerste huwelijk, Emanuele, werd vader, maar ook het kleinzoontje stierf. Zoon Emanuele stierf en enkele weken later slechts stierf Carlo Gesualdo, teruggetrokken in een zijkamer naast zijn muzieksalon.

Claudio Giovanni Antonio Monteverdi (1567 – 1643)Bernardo_Strozzi_-_Claudio_Monteverdi_(c.1630)

Monteverdi’s werk markeert de overgang van renaissance tot barok. Hij schreef de beroemde opera l’Orfeo, werkte aan het Italiaanse hof en besloot zijn muzikale carrière als priester.

František Tùma (1704 – 1774)

tuma 2

De van oorsprong Tsjechische componist František Tùma volgde zijn studie in Praag en Wenen waar hij onder andere lessen volgde bij Johann Joseph Fux . Zijn muzikale loopbaan begon aan het hof van Keizerin Elizabeth, weduwe van Karel VI. Hij had hiervoor deelgenomen aan een competitie, dat resulteerde in een aanstelling als kapelmeester en hofcomponist. Zijn werk werd alom gewaardeerd. Deze waardering bleef ook bestaan na het overleiden van Elisabeth die na haar dood werd opgevolgd door keizerin Maria Theresia. Tùma die vooral bekend is geworden door zijn prachtige koormuziek was een belangrijk figuur in de overgangsperiode van Barok naar Classicisme. In Wenen, waar hij de langste periode van zijn leven werkzaam is geweest, wordt hij wel gezien als een van de inspiratiebronnen voor Josef Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart. Zijn muziek is uiterst expressief waarbij hij veelvuldig gebruik maakte van woordeffecten. Zijn harmonieën zijn verassend en kleurrijk, de tempi afwisselend en contrastrijk. Tùma’s vocale muziek is zeer spaarzaam uitgegeven. Herdrukken hebben bijna niet plaatsgevonden waardoor zijn werken niet vaak op het repertoire staan. Gezien de kwalitatief hoogstaande muziek van Tùma is het wonderlijk dat zijn werk zo onbekend is gebleven.

Heinrich Isaac

Heinrich Isaac (waarschijnlijk Brabant, circa 1450 – Florence26 maart 1517) was een Zuid-Nederlands-Oostenrijks componist wiens werk, ofschoon heden ten dage belangrijk geacht, met uitzondering van een paar liederen eeuwenlang grotendeels in de vergetelheid is geraakt.

Zoals typisch voor componisten uit de periode, is van Isaacs persoonlijke leven weinig bekend. Hij moet omstreeks 1450 in Brabant geboren zijn. Tussen 1480 en 1492 werkte hij voor Lorenzo de Medici te Florence, alwaar hij organist in de kathedraal was. Hij bracht vervolgens een periode in Innsbruck door. Van het beroemde lied Innsbruck, ich muss dich lassen is de melodie en de eerste bijbehorende vierstemmige zetting van Isaac, maar de tekst van deze elegie is ouder en staat los van Isaacs verblijf in Innsbruck.

In 1497 verkreeg Isaac de meest prestigieuze post die een musicus te beurt kon vallen, toen keizer Maximiliaan I hem in Wenen tot hofcomponist benoemde. Hij zou het blijven tot zijn dood in 1517, alhoewel hij — daar hij ginds getrouwd was — sporadisch naar Florence terugkeerde en er ook overleed.

Isaac heeft een uitgebreide nalatenschap, met missen, motetten, liederen en instrumentale muziek. Zijn missen worden gekenmerkt door een grote bezetting en lange melodielijnen. Zijn liedjes zijn speels en veelal van een profaan karakter. In recente tijden zijn vele Oude-Muziekensembles Isaac gaan herwaarderen en de teneur is thans zo, dat men hem met Josquin des Prez vergelijkt.

Vermeldenswaard zijn onder andere de motetten Resurrexi, et adhuc tecum sumAngeli, ArchangeliOptime Pastor (voor een politiek treffen tussen de Oostenrijkse kardinaal Lang en paus Leo X) en Tota pulchra es. Bekende liederen zijn onder meer Mein Freund allein in aller Welt en het naar hedendaagse maatstaven enigszins vulgaire Greiner Zancker. Vele instrumentale stukjes voor allerlei instrumenten zijn bewaard.

Heinrich Isaac gold in zijn tijd, samen met Josquin des Prez, als de vooraanstaandste componist van Europa.

Isaac heeft een uitgebreide nalatenschap, met missen, motetten, liederen en instrumentale muziek. Zijn missen worden gekenmerkt door een grote bezetting en lange melodielijnen. Zijn liedjes zijn speels en veelal van een profaan karakter. In recente tijden zijn vele Oude-Muziekensembles Isaac gaan herwaarderen en de teneur is thans zo, dat men hem met Josquin des Prez vergelijkt.

Vermeldenswaard zijn onder andere de motetten Resurrexi, et adhuc tecum sumAngeli, ArchangeliOptime Pastor (voor een politiek treffen tussen de Oostenrijkse kardinaal Lang en paus Leo X) en Tota pulchra es. Bekende liederen zijn onder meer Mein Freund allein in aller Welt en het naar hedendaagse maatstaven enigszins vulgaire Greiner Zancker. Vele instrumentale stukjes voor allerlei instrumenten zijn bewaard.

Heinrich Isaac gold in zijn tijd, samen met Josquin des Prez, als de meest vooraanstaande componist van Europa.

Similar Category Post